Gezondheid Geheugen Samenleving Individu Lichaam

Behandeling en begeleiding bij dementie

 

Auteur: Frans Verhey


 

In de behandeling van dementie worden naast biologische interventies met geneesmiddelen ook psychosociale interventies gebruikt.
 

Biologische interventies: geneesmiddelen

Nieuwe inzichten in de ontstaanswijze hebben de laatste jaren geleid tot een aantal specifieke aanknopingspunten voor behandeling voor de ziekte van Alzheimer, maar tot dusver is er nog slechts zeer beperkt succes geboekt bij het beïnvloeden van onderliggende ziekteprocessen.
 

Geregistreerde middelen voor de ziekte van Alzheimer

Er zijn drie verschillende choline-esterase-remmers geregistreerd voor de behandeling van de verschijnselen bij de ziekte van Alzheimer: donepezil (Aricept), rivastigmine (Exelon) en galantamine (Reminyl). Donepezil is in Nederland niet geregistreerd, wel in andere EU landen en in de VS. Deze middelen hebben een bescheiden positieve invloed hebben op het dagelijks functioneren, en een waarschijnlijk nauwelijks relevant effect op neuropsychiatrische symptomen zoals geagiteerd gedrag. Memantine is een zogenaamde ‘niet-competitieve N-methyl-D-aspartaat (NMDA) glutamaat receptor antagonist’. Het middel werd in Nederland geregistreerd voor de symptomatische behandeling van matige en ernstige dementie van het Alzheimer type. Er is sprake van een consistent maar bescheiden effect van memantine bij patiënten met matig tot ernstige dementie.
 

Medicatie tegen psychiatrische en/of gedragsstoornissen

Antipsychotica zoals haldol en risperdal zijn van oudsher de meest voorgeschreven klasse van geneesmiddelen bij motorische onrust (agitatie). Zij zijn effectief in het bestrijden van agitatie, maar dit effect is beperkt. Alle antipsychotische middelen gaan gepaard met een toename van cerebrovasculaire bijwerkingen zoals een grotere kans op beroerte en een toegenomen sterftekans. Daarom is het van belang dat de middelen niet langer dan strikt noodzakelijk worden gebruikt en dat herhaaldelijk wordt geprobeerd of stoppen mogelijk is.

Psychosociale interventies

De laatste jaren is het effect van een aantal psychosociale interventies systematisch onderzocht. De drie meest bekende vormen van psychosociale interventies zijn: Reality Orientation Training (ROT), reminiscentietherapie en de validatie.
 
Met ROT wordt gepoogd de intacte cognitieve functies te stimuleren om zo desoriëntatie en verwarring tegen te gaan. In de reminiscentietherapie worden systematisch herinneringen opgehaald. Dit kunnen eenvoudige herinneringen zijn, bedoeld om op een plezierige wijze over vertrouwde onderwerpen te kunnen communiceren, met het doel gevoelens van onzekerheid en stress te verminderen en de zelfwaardering te vergroten. Bij validatie wordt getracht op begrijpende en invoelende wijze de belevingswereld van de patiënt te verkennen en te bereiken dat de patiënt zich zekerder en meer geaccepteerd voelt. Validatie wordt wel een vorm van belevingsgerichte zorg genoemd. 
 
Overige psychosociale interventies zijn onder meer aromatherapie, muziektherapie, psycho-educatie en mantelzorgondersteuning, zintuigactivering/snoezelen, het bieden van ‘warme zorg’ en aandacht voor de ‘passiviteiten van het dagelijks leven’ zoals het zorgen voor een prettige houding van de patiënt. Daarnaast zijn er ook gerichte behandelingen ontwikkeld voor specifieke problemen, zoals incontinentie of doelloos dwalen. Verder is continuïteit van de zorg, bijvoorbeeld door een case-manager die contact onderhoudt met de patiënt en diens naasten van groot belang.