Gezondheid Geheugen Samenleving Individu Lichaam

Goed oud worden

 

Auteur: Frits de Lange

 
Successfulaging is de term die voor de kunst van het ouder worden is gemunt. Maar wat is ‘succesvol’? Moeten we daarbij denken aan reclamespots van vitale, actieve senioren, genietend van hun pensioen?Ethiek stelt de vraag naar het goede leven centraal. Een integrale ethische visie op ouderdom heeft oog voor het persoonlijke welbevinden en de individuele autonomie van ouderen, centrale waarden in onze samenleving, maar ook voor de existentiële dimensie van het bestaan: het omgaan met lijden, verlies, eindigheid en dood.
 

Vijf morele dimensies in de ouderdom

Om het complexe karakter van het goed oud worden te laten zien, kunnen we onderscheid maken tussen vijf morele dimensies, die samen aspecten weergeven van het goede leven. Ze omschrijven de voorwaarden waaraan een ouder wordend leven op zijn minst moet voldoen wil het goed genoemd kunnen worden.
 

Natuurlijke behoeften 

Mensen hebben behoefte aan voedsel, onderdak en intimiteit. Zij verlangen naar veiligheid, liefde en respect. Zij wensen ook zelfverwerkelijking of zelfontplooiing, ze hebben een wil en hebben wensen die ze willen realiseren. De meeste theorieën over succesvol oud worden hebben het fysieke welbevinden van de oudere als belangrijkste component. Ouder worden betekent nu eenmaal leven met een steeds lastiger wordend lichaam, dat het laat afweten of pijn gaat doen. Gezondheid is voor veel ouderen de eerste zorg en vertegenwoordigt voor hen de hoogste waarde. Deze waarde vinden we duidelijk terug in veel ouderenbeleid: medische zorg, huisvesting en de woonomgeving.
 

Gewaardeerd lid van de gemeenschap

Goed oud worden impliceert echter ook dat men deel heeft aan gemeenschap(pen). Kan men iets voor anderen betekenen, zodat men door hen gewaardeerd wordt? Zijn ouderen in staat om vriendschappen te sluiten en heeft men geleerd die te onderhouden? Maar ook: is men in staat een nuttige bijdrage te leveren aan het in standhouden van de gemeenschappen waarvan men deel uitmaakt? Sociale waardering is essentieel voor goed oud worden. Het tegengaan van sociaal isolement draagt bij aan een goede ouderdom. 
 

Leven volgens morele overtuigingen

Een ander ingrediënt van goed leven is: het morele actorschap van mensen. Tot  ‘goed leven’ behoort ook dat iemand leeft volgens morele principes, daar in alle vrijheid voor gekozen heeft en er zich in zijn levenspraktijk ook serieus en integer aan probeert te houden. 

 

Een goede ouderdom verlangt ook dat de oudere een verantwoordelijk en gewetensvol mens wil en kan zijn. In het ouderenbeleid wordt de oudere echter vaak uitsluitend als voorwerp van zorg gezien. De zelfstandigheid van ouderen bevorderen en bewaren, draagt bij aan een goede ouderdom.
 

Het leven betekenis geven

De dimensie van de existentiële zingeving is ook een integraal aspect van het goede leven. Het onderscheid tussen alledaagse en existentiële zingeving is wel gradueel, maar niet  principieel.  Of het leven als zinvol ervaren wordt, hangt af van (Reker &Chamberlain, 2000) of en hoe mensen hun individuele bestaanin een groter geheel weten te plaatsen (zin als betekenis),  of en hoe ze doel en richting geven aan hun dagelijkse bestaan (zin als doelgerichtheid) en van de mate waarin ze in hun bestaan voldoening ervaren (zin als ervaring van voldoening). Battista&Almond voegen daar nog een element aan toe: ook het positieve commitment waarmee mensen hun leven aanvaarden en bevestigen.Een zinvolle ouderdom is niet per se een gelukkige ouderdom; hij kan best gepaard gaan met verlies en beperkingen.
 

Een redelijke evenwicht

De laatste dimensie van goed ouder worden is geen afzonderlijke, maar integreert de vier voorafgaande. Het is de deugd van de praktische wijsheid (phronesis),die men zich gaandeweg het leven eigen maakt.Het gaat om de flexibele stuurmanskunst waarmee iemand zijn leven afstemt op de veranderingen die de ouderdom met zich meebrengt: het fysieke ouder worden, het oefenen van nieuwe sociale rollen, het omgaan met verlies, het aangaan van nieuwe relaties met jongeren en met leeftijdsgenoten.
In een integrale visie op een goede ouderdom zouden alle vijf hier aangeduide morele dimensies betrokken moeten worden. Een mens  is bezig goed oud te worden als hij binnen de nieuwe situatie waarvoor hem de ouderdom stelt een redelijke balans  heeft gevonden tussen  de legitieme vervulling van zijn natuurlijke behoeften,  de eisen die zijn rol binnen de gemeenschap aan hem stelt, zijn morele autonomie en de wijze waarop hij in staat is zijn bestaan zin te geven.