Gezondheid Geheugen Samenleving Individu Lichaam

Identiteit

 

Auteur: Gerben Westerhof


We kennen allemaal het gezegde “je bent zo oud als je je voelt”. In onderzoek wordt daarom geregeld de vraag gesteld naar de zogeheten subjectieve leeftijd. Soms wordt er ook gesproken van een leeftijdsidentiteit: het gaat dan om het verschil dat er kan zijn tussen de subjectieve met de chronologische leeftijd. Leeftijdsidentiteit is een onderwerp waarbij de identiteitsprocessen en de beleving van het ouder worden bij elkaar komen.
Leeftijdsidentiteit is gedurende de hele levensloop van belang. Er wordt misschien wel nergens méér gesproken over leeftijd dan onder kinderen. Kinderen en jongeren willen vaak graag ouder zijn dan hun daadwerkelijke leeftijd – niet in het minst omdat hen dit nieuwe rechten geeft als langer opblijven, alcohol drinken of autorijden. Jong volwassenen voelen zich overeenkomstig de leeftijd die ze daadwerkelijk hebben. Vanaf middelbare leeftijd voelen mensen zich jonger dan ze zijn en naarmate ze ouder worden, wordt deze discrepantie juist groter. Veel mensen voelen zich op oudere leeftijd dan ook een jaar of tien jonger dan ze daadwerkelijk zijn. Over het algemeen identificeren mensen zich ook liever niet met labels als ‘oud’ of ‘bejaard’. Mensen willen wel oud worden, maar niet oud zijn.

Dit fenomeen van een steeds grotere discrepantie tussen subjectieve en chronologische leeftijd wordt wel verklaard vanuit identiteitsprocessen. Met name assimilatie lijkt een rol te spelen. Het jonger voelen wijst dan op het behoud van de eigen identiteit ondanks veranderingen in het leven. De tijd gaat voorbij, maar mensen lijken dit aan hun eigen persoon niet zo sterk te merken: ze hebben juist het gevoel dat ze nog dezelfde zijn als vroeger. Zich jonger voelen dan de chronologische leeftijd wijst dan op het behoud van continuïteit.

Assimilatie heeft ook een andere psychologische functie: het wordt vaak in verband gebracht met zelfwaardering en welbevinden. Dat lijkt ook het geval te zijn bij het ervaren van een jonge leeftijdsidentiteit. In een cultuur waarin ouderen weinig status hebben en er veel negatieve stereotiepe beelden bestaan over ouderen als eenzaam, depressief, onproductief, ongezond en hulpbehoevend kan het zich jonger voelen werken als een assimilatieve strategie die de zelfwaardering en het welbevinden in stand houdt. Er is dan ook veel onderzoek dat laat zien dat een jonge leeftijdsidentiteit samengaat met positieve beoordelingen van de eigen persoon en het eigen leven. Ook als mensen in de tijd gevolgd worden is een jongere leeftijdidentiteit voorspellend voor het welbevinden en zelfs voor de gezondheid.

De cultuur waarin mensen ouder worden lijkt van belang te zijn bij het ervaren van een jonge leeftijd. Hoewel over vele landen heen er gevonden is dat oudere mensen zich jonger voelen dan ze zijn, lijkt dit in de Verenigde Staten sterker het geval te zijn dan in Europese landen, zoals Nederland of Duitsland. Dit zou te maken kunnen hebben met de waarde die in de Verenigde Staten gehecht wordt aan jeugdig zijn met bijbehorende waarden als productiviteit en autonomie, die voor ouderen niet altijd even makkelijk te bereiken zijn. Het liberale systeem legt bovendien de verantwoordelijkheid sterker bij het individu, terwijl bijvoorbeeld Europese systemen meer solidariteit tussen de generaties in stand lijken te houden. Met alle regels die dit soort systemen met zich meebrengen, bijvoorbeeld een verplichte pensioenleeftijd, is het ook minder makkelijk om de chronologische leeftijd te ontkennen. Dit onderzoek laat zien hoe belangrijk het is om ouder worden te bestuderen in een interdisciplinaire context: ouder worden is met recht een biopsychosociaal verschijnsel te noemen.